Marcus 8:34,35. "En Hij riep de schare, met zijn discipelen, tot zich en zeide tot hen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verlogene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verliezen zal om Mijnentwil en om het evangelies, die zal het behouden."
Wanneer het Romijnse Rijk een misdadiger, of gevangene, kruisigde, het slachtoffer werd dikwijls geforceerd om zijn kruis een gedeelte van de weg naar de kruisings plaats te dragen. De weg ging dwars door het hart van de stad.
Lucas 9: 23,24. " Hij zeide tot allen: Indien iemand achter Mij wil komen , die verlogene zich zelf, en neme dagelijks zijn kruis op en volge Mij.Want ieder, die zijn leven zou willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het behouden."
Het beeld is van een man, al veroordeeld, die de balk van zijn eigen kruis naar de plaats van execution moet dragen. De discipelen wisten wat het te betekenen had, want honderden mannen van de omgeving werden ten dood gebracht op deze manier.
Mattheus 10: 38. "...wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig."
VOLGEN WIJ CHRISTUS IN WERKELIJKHEID?
De moderne equivalent zou een wandeling zijn door de hal, naar de electrische stoel. De dood is de bestemming, en wij nemen deel in een grimmige processie. Wij zijn tenmiste niet de eerste, en wij hopen dat we niet alleen zijn. Als wij onszelf wegcijferen, en onszelf overgeven aan de dood, dan kunnen wij niet langer enige hoop hebben in deze wereld.. Als wij ons kruis opnemen, het is alsof al onze natuurlijke hartstochten en verlangens zijn veroordeeld.
Lucas 14:25-33. "Vele scharen reisden met Hem mede, en zich omkerende zeide Hij tot hen: Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan mijn discipel niet zijn. Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn. Want wie van U, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen? Anders zouden, als hij de fundering gemaakt had, en het werk niet kon voltooien, allen, die het zagen, beginnen met hem te bespotten, zeggende: Die man begon te bouwen, maar hij kon het niet voltooien........Zo zal dus niemand van U, die niet afstand doet van al wat hij heeft, mijn discipel kunnen zijn."
A.W.Tozer: "Tussen al de heiligen van onze tijd moet Jesus al het sterven doen, en alles wat wij wensen te horen is een andere preek over dat sterven."
HET DOOD VONNIS.
Galaten 5:24. "Gij kunt niet toebehoren aan Christus Jesus tenzij gij kruisigt al de menselijke hartstochten en verlangens." Galaten 5:24. "En hen die toebehoren aan Jesus Christus hebben hun 'eigen ik', met al de hartstochten en verlangens, gedood."
1 Petrus 2:24. "die zelf onze zonden in Zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven;"
BESCHOUW U ZELF GESTORVEN.
T.Austin-Sparks: "Wij hoeven niet te sterven; wij zijn al dood." Wat wij te doen hebben, is onze dood accepteren.....Met de doop....wij stappen daar eenvoudig in en zeggen 'Deze positie, die God heeft vastgesteld voor mij, is dat wat ik nu accepteer en ik nu betuig hier, van het feit dat ik die positie van God voor mij heb geaccepteerd, namelijk, dat in het kruis ik mijn einddoel heb verkregen.'
Kolossenzen 3: 3 - 7. "Want gij zijt gestorven; uw leven in met Christus in God verborgen, en wanneer Christus, die ons leven is, openbaar wordt, dan zult ook gij met Hem in heerlijkheid openbaar worden. Doodt dan de aardse leden: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte, en de hebzucht - die afgoderij is. Dat alles doet Gods toorn komen. Ook gij verkeerde voorheen daarin, toen gij er in leefde."
Romijnen 6:11. "Zo moet het ook voor U vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde..."
Romijnen 6:11. " denk van uzelf als dood voor de zonde"6)
Romijnen 6:11. " Zo moet gij ook over Uzelf denken: Gij zijt wel dood voor de zonde maar levend voor God in Christus Jesus."
Romijnen 6:11 - 14."Zo moet het ook voor U vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jesus.Laat dan de zonde als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienst van de zonde, maar stelt U ten dienst van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. Immers, de zonde zal over U geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade."
Romijnen 7:4-6. "Bijgevolg, mijn broeders, zijt ook gij dood voor de wet door het lichaam van Christus om het eigendom te worden van een ander, van Hem, die uit de doden opgewekt is, opdat wij Gode vrucht zouden dragen. Want toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten, die door de wet geprikkeld worden, in onze leden, om voor de dood vrucht te dragen; maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der letter."
Romijnen 8:12,13. "Derhalve, broeders, zijn wij schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven. Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven."
Johannes 12:24,25. "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg U , indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf; maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort. Wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat, maar wie zijn leven haat in deze wereld, zal het bewaren ten eeuwigen leven."
Romeinen 12:1,2. "Met uw ogen wijd open voor de genaden Gods, ik verzoek U, mijn broeders, als een handeling van een intelligent eredienst, dat gij uw lichamen geeft aan Hem, als een levend offer, heilig en accepteerbaar bij Hem. Laat de wereld u niet in zijn eigen vorm persen, maar laat God U vernieuwen zo dat de hele houding van uw wil is veranderd."
T.Austin - Sparks zegt: " De basis, die niet veranderd kan worden, van een open hemel is een graf, en een crisis waarbij U komt tot het einde van uw eigen 'ik'. Het is een crisis van een waarlijke proefondervindelijke gelijkvormigheid met Christus in zijn dood."
Romeinen 6:2-4. "....hoe zullen wij, die der zonden gestorven zijn, daarin nog leven? Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jesus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dat met Hem begraven door de doop in den dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook in nieuwheid des levens zouden wandelen."
Galaten 6:14. "Maar ik moge er voor bewaard blijven te roemen anders dan in het kruis van onze Here Jesus Christus, [wat betekend dat de wereld is dood voor mij, en dat ik dood ben voor de wereld.]7)
GESTROVEN MENSEN.
Laat de aantrekkelijkheid van de zonde U aanslaan als of het een dood persoon was.
Romeinen 6:5-7. " Want als wij als het ware met Hem samengegroeid zijn, zodat wij met Hem een zijn in zijn dood, dan zullen wij het ook zijn in de opstanding. Wij weten immers dat onze oude mens met Hem is gekruisigt; opdat het zondige lichaam zou teniet gedaan worden, zodat wij de zonde niet meer dienen. Want wie gestorven is, is daardoor van de zonde vrijgesproken. "
Romeinen 6:8-10."Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven., daar wij weten, dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer steft: de dood voert geen heerschappij over Hem. Want wat zijn dood betreft, Hij is voor de zonde eens en voor altijd gestorven; wat zijn leven betreft, leeft Hij voor God."
Romeinen 6:11. "Zo moet het ook voor U vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jesus."
LEVEN NA DE DOOD.
Kolossenzen 2: 12,14,20. " Want met Hem zijt gij in den doop begraven en ook mede opgewekt door het geloof aan de kracht van God, die Hem uit de doden heeft opgewekt.....en uitgewist de schuldbrief ten onze laste, die met vele bepalingen ons in den weg stond. Dien heeft Hij vernietigd door Hem aan het kruis te nagelen..... Indien gij met Christus gestorven en van de natuurmachten bevrijd zijt, wat laat gij U dan, alsof gij nog in de wereld leeft, instellingen opleggen...?"
2 Timoteus 2:11. "Het woord is betrouwbaar: immers, indien wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven."
2 Korinthiers 5:15,17. "...daar wij zo oordelen: Is een voor allen gestorven, dan zijn zij allen gestorven en Hij is voor allen gestorven; opdat de levenden niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die voor hen is gestorven en opgewekt.... Derhalve, is iemand in Christus, dan is dat een nieuwe schepping; het oude is voorbij gegaan; zie, het is nieuw geworden."
Titus 2:11. "Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen.
Het onderwijst ons 'nee' te zeggen aan goddeloosheid en wereldlijke lusten, en een leven te leiden in deze wereld dat is zelfbeheerst, oprecht en goddelijk.
Efeziers 4:22-25. "...dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn muisleidende begeerten, dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen isin waarachtige gerechtigheid en heiligheid."
Galaten 2:19,20. "Want ik ben door de wet voor de wet gestorven om voor God te leven. Met Christus ben ik gekruisigt, en toch leef ik, dat is, niet mijn 'ik' , maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven."
Kollosenzen 3:1. "Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn...."
DE KOSTEN OPTELLEN.
C.S.Lewis: "Het vreeselijke ding, het bijna onmogelijke ding, is het overhandigen van uw hele eigen 'ik'- al uw wensen en voorzorgsmaatregelen - aan Christus"
Christus zegt "Geef alles aan Mij. Ik wil niet een gedeelte van uw tijd, en een gedeelte van uw geld, en een gedeelte van uw werk. Ik wil U helemaal. Ik ben niet gekomen om uw eigen 'ik' te martelen, maar om het te doden. Halve maatregelen zijn niet goed. Ik wil niet een tak afknippen hier en daar, Ik wil de hele boom naar beneden. Ik wil niet een gaatje boren in uw tand, of er een kroon opzetten, of er een vulling in doen, Ik wil het helemaal trekken. Geef uw hele wereldlijke 'ik' over, al de verlangens die u denkt dat ongevaarlijk zijn en ook al de andere die u denkt dat slecht zijn - het hele stel. Ik
zal U een heel nieuwe 'ik' geven. Het feit is dat Ik U Mij Zelf wil geven: Mijn wil zal Uw will worden." Toen ik een kind was had ik vaak kiespijn, en ik wist dat als ik naar
mijn moeder ging dat zij mij iets zou geven dat de pijn zou wegnemen voor de nacht, en ik kon slapen. Maar ik ging niet naar mijn moeder - in iedergeval niet totdat de pijn heel erg werd. En de reden dat ik niet naar haar toeging was dit: Ik twijfelde er niet aan dat zij mij een asperine zou geven; maar ik wist ook dat zij iets anders zou doen. Ik kon niet van haar krijgen wat ik wilde zonder dat ik wat meer kreeg, iets dat ik niet wilde hebben. Ik wilde een onmiddelijke opheffing van de pijn: maar ik kon dat niet krijgen zonder dat mijn tanden permanent recht gezet zouden worden. En ik kende die tandartsen! Ik wist dat ze zouden peuteren aan andere tanden die nog niet pijn deden. Zij zouden slapende honden wakker maken; als je hen een centimeter gaf zouden zij een kilometer nemen.
Nu, als ik het zo mag zeggen, onze Heer is net als een tandarts. Als je Hem een centimeter geeft, zal Hij een kilometer nemen. Dozijnen mensen gaan naar Hem om genezen te worden van een bepaalde zonde waar ze beschaamd over zijn... of die hun dagelijkse manier van leven bederft (zoals slecht humeur of dronkenschap). Wel, Hij zal het behandelen: maar Hij zal daarmee niet stoppen. Het kan alles zijn dat je Hem vraagt; maar als je Hem aanroept, zal Hij je de volle behandeling geven. Dat is waarom Hij de mensen zegt de kosten te tellen voordat se Christen worden! "Maak geen fout" zegt Hij, "als je Mij de kans geeft, zal ik je volmaakt maken. Het moment dat je jezelf in Mijn handen geeft, dat is het moment dat je de volle lading krijgt. Niets minder, of anders dan dat"
"Wat voor lijden U moet verdragen in uw aardse leven.....wat het Mij ook kost, Ik zal nooit rusten, en Ik laat U niet met rust, totdat U letterlijk volmaakt bent - totdat Mijn Vader kan zeggen, zonder voorbehoud, dat Hij zeer tevreden met U, zoals Hij zei dat Hij zeer tevreden was met mij. Ik kan dit doen en zal het doen. Maar ik wil niet minder doen dan dat."
De eindstreep waarheen Hij U nu begint heen te leiden is absolute volmaaktheid; an geen macht in de hele wereld, uitgezonderd uzelf, kan Hem tegenhouden die eindstreep te bereiken. Dat is wat U te wachten staat. En het is heel belangrijk dat U dat begrijpt. Als we dat niet doen, dan is het heel goed mogelijk dat we ons terug trekken, en op een gegeven ogenblik tegen Hem gaan verzetten. Ik denk dat velen van ons, wanneer God ons in staat heeft gesteld om een of twee zonden te overwinnen, geneigd zijn te denken (maar wij zeggen het niet hardop) dat wij nu goed genoeg zijn. Hij heeft alles gedaan wat wij wilden dat Hij deed. En we zouden het erg plezierig vinden als Hij ons nu met rust zou laten.
Maar dat is een ernstige fout... De vraag is niet wat wij dachten dat wij zouden zijn of worden, maar wat Hij in gedachten had voor ons, toen Hij ons maakte....
Verbeeld U dat U een levend huis bent. God komt binnen om het huis te verbouwen. In het begin kunt U misschien begrijpen wat Hij doet. Hij corrigeert de riolen en stopt de lekken in het dak, etc. U weet dat die dingen gebeuren moesten en daarvoor bent U niet vebaast. Maar dan begint Hij het huis op z'n kop ter zetten in een manier dat het U vreselijk pijn doet., en het schijnt geen reden te hebben. Wat denkt Hij wel dat Hij doet? De verklaring is dat Hij een ander huis bouwt dan U dacht te bouwen - een nieuwe vleugel bouwen hier, een nieuwe verdieping daar, torens bouwen, binnenplaatsen...; U dacht dat U vermaakt zou worden tot een fatsoenlijk klein buitenhuisje: maar Hij is een paleis aan het bouwen. Hij heeft voorgenomen om binnen te komen en er zelf in te wonen!