Handelingen 17:11 Bijbel Studies

De opbaring van Jozef



Genesis 37: 4, 8. "Toen zijn broeders zagen dat hun vader (Jacob/ Israel) hem (Josef) boven al zijn andere zonen liefhad, haatten zij hem en konden zij geen vriendelijk woord tot hem zeggen. 8.Toen zeiden zijn broeders tot hem: Zo! zult gij koning over ons worden en over ons heersen? En zij haatten hem te meer om zijn dromen en zijn woorden. [Tenzij anders vermeld, al Bijbel verwijzingen zijn genomen van de Leidse vertaling - 1990]

Romeinen 15: 4. "Alles toch wat in het voorafgaande geschreven is is geschreven tot onze lering; opdat wij door onze volharding en door de opwekking die de Schriften geven hoop zouden hebben."'

Deze Bijbel studie wil enige profetien van, en typerende voorvallen in het leven van Jozef onderzoeken, en neemt aan dat de gebeurtenissen van Genesis 37 tot 45 familiar zijn voor de lezer. Deze 'zoon van Israel' maakte ongereimde pretenties over zichzelf, die leiden tot het feit dat "hij werd verstoten door zijn broeders."

Genesis 37: 19,20. "Daar komt die dromer aan! Welaan, laten wij hem doden, in een dezer putten werpen;... dan zullen wij eens zien, wat van zijn dromen wordt"

Maar het blijft een feit dat waar zijn broeders hem verstoten hadden, zijn naam werd groot gemaakt onder de heidenen - en all dit voor het toekomstige voordeel van Israel..De wijsheid Gods wordt weer herhaald.

Genesis 50: 20. (Jozef, toen alles voorbij was) "Gij hebt wel kwaad tegen mij bedacht; maar God heeft dat ten goede gedacht, ten einde zoals thans geschied is, een groot volk in het leven te houden."

Er is veel dat gezegd kan worden hierover, maar laten wij op dit moment ons bepalen tot en concentreren op dit vreemde spel dat Jozef speelt met 'de zonen van Israel', voordat zij toegestaan werden de werkelijke identiteit van hem te leren, als de bron van hun verlossing.

Het verhaal is uitvoerig genoeg, zonder de profetische voorspelen te begrijpen. Maar laten wij het bekijken met het oog Gods plan te begrijpen over de verzoening van Israerl in onze tijd. God heeft Jozef verheven tot de post van Premier van Egypte. Hij is de enige bron voor voedsel gedurende de lange hongersnood.. De situatie is hopeloos.

Genesis 42: 1-2. "Jakob ...zeide ...: Wat talmt gij? Ik heb gehoord dat in Egypte koorn is; gaat derwaarts en koopt daar koorn voor ons; opdat wij in leven blijven en niet sterven."

Genesis 42: 6,7. " Jozef nu, de gebieder des lands verkocht zelf aan alle inwoners koorn. Zo kwamen zijn broeders zich voor hem ter aarde nederwerpen. Zodra Jozef zijn broeders zag, herkende hij hen; maar hij hield zich alsof hij hen niet kende, sprak hen hard toe..."

Jozef staat toe dat de heilige Geest hem leidt door dit vreemde en pijnlijke 'spel'dat als resultaat heeft dat al de broeders weer bij elkaar gebracht worden. Per slot van rekening, Bejamin was er niet bij! Laat de Heilige Geest Uw ogen openen en U laten zien dat het proces dat Jozef doorheen gaat, groter is dan alleen maar dit verhaal.

Genesis 42: 8. "Jozef herkende zijn broeders wel, maar zij hem niet."

Stel U voor de pijnlijke verwachting die Jozef moet hebben doorgemaakt. 'Ik kan mijzelf nu niet bekend maken!' Voelt U soms hetzelfde over de huidige 'zonen van Israel' en de "broeder" wiens naam is uitgewist onder hen? Wacht even, wij hebben een wilde rit te maken.

Gensis 42: 23-25. "Zij nu wisten niet dat Jozef hen verstond; want zij spraken met hem door middel van een tolk. En hij keerde zich om, ging heen en weende. Daarna kwam hij tot hen terug, sprak met hen en liet Simeon uit hun midden wegnemen en voor hun ogen in boeien slaan. En Jozef beval, dat men hun zakken met graan vullen, ieders geld in zijn zak leggen en hun teerkost voor de reis verstrekken zou."

Nu begint de vreemde 'set-up'. Zij worden uitgemaakt als exploiterende mensen en dieven. Zij worden opgezet in een role van schuldigen - voor iets dat zij niet hebben begaan. Hmmm.. Gebeurd dit soms ook vandaag?

Genesis 42: 28. "hij zeide tot zijn broeders: Mijn geld is er weder; zie, het ligt in mijn korf!"

Hun harten zonken in hun schoenen en zij keken naar elkaar en zeiden: "Wat is dit alles dat God ons heeft aangedaan"

Zij herkenden hun 'verlossing' niet in dat eerste bezoek, ofschoon zij beginnen hun eigen schuld te erkennen en dat God is achter de vreemde gebeurtenissen. Zij hebben erkent wat zij nodig hadden, maar nog niet Hem die alles geeft. Maar zie de wijze waarmee de 'zonen van Israel' zijn gevangen. Zij voelen gerechtvaardigd dat zij hebben betaald voor wat zij hebben ontvangen. Maar wat God, door Jozef, haaft verschaft kan niet gekocht worden. Maar dat hebben zij nog niet uitgevonden.

Genesis 43: 12. "Neemt dezelfde geldsom met u en brengt het geld dat boven in uw korven weder medekwam terug; misschien is het een vergissing.?"

Zo de 'zonen van Israel' naderen hun verloren broer met dezelfde mentaliteit, en brengen weer hetzelfde onnodige 'offer.' Kijk uit want het zal weer gebeuren. Jozef, na alles wat er gebeurt is, is blij hun weer te zien, vol verwachting over wat er nu zal gebeuren, en inviteert hen in zijn huis. Natuurlijk begrijpen zij niet wat er gaat gebeuren.

Genesis 43: 18. "En zij werden bevreesd omdat men hen naar Jozefs huis bracht en zeiden: Om het geld dat den vorigen keer in onze korven is teruggekomen brengt men ons naar binnen, om ons te overrompelen, op ons aan te vallen en ons tot slaven te maken, met onze ezels."

Dit misverstand over Gods genade en barmhartigheid over hen gebeurde alleen maar omdat zij hun eigen broeder niet herkenden! Maar dat zal gauw veranderen! De rentmeester geeft hun een kleine wenk over wat er gaat gebeuren.

Genesis 43: 22,23. "...Wij weten niet, wie ons geld in onze korven gelegd heeft. Hij [de rentmeester] zeide: Geluk er mede! Vreest niets. De God van u en uw vader heeft voor u heimelijk een schat in uw korven gelegd."

Nu zijn al de 'zonen van Israel' naar het huis van Jozef gebracht en zij zitten aan zijn tafel. Jozef is overrompeld over komende verzoening die God bereidt heeft. Kunt U de rijzende spanning in het verhaal voelen? Kunt U het voelen in de wereld vandaag?

Genesis 43: 30,31. "Daar Jozefs binnenste brandende werd over zijn broeder, zocht hij ijlings gelegenheid om uit te schreien. Zo ging hij in een kamer en weende er. Daarna wies hij zijn gelaat, kwam weder de kamer uit, bedwong zich en zeide: Zet spijs op"

Maar het spel is nog niet over. Er is nog één ronde van vernedering en verstrikking van de hand van hun weldoener. Deze keer er is een extra strik in de 'set-up'.

Genesis 44: 1,2. "Vervolgens beval Jozef den man die over zijn huis gesteld was: Vul de korven dier mannen met levensmiddelen, zoveel zij kunnen dragen, en leg ieders geld boven in zijn korf. Ook moet gij mijn beker, den zilveren, boven in den korf van den jongsten leggen, met het geld voor zijn koorn.."

Genesis 44: 4-7. "Toen zij echter de stad uit, maar nog niet ver van haar verwijderd waren, zeide Jozef tot den man die over zijn huis gesteld was: Maak u op, zet hen achterna, en als gij hen ingehaald hebt, zeg dan tot hen: Waarom hebt gij goed met kwaad vergolden? waarom miij den zilveren beker ontstolen? Het is nog wel die, waaruit mijn heer drinkt... Gij hebt een slecht stuk bedreven. Toen hij hen had ingehaald, bracht hij hun deze woorden over; waarop zij tot hem zeiden: Waarom spreekt mijn heer aldus? God beware uw dienaren, zo iets te doen!"

Genesis 44: 13,14. "Toen scheurden zij hun klederen... Zo kwamen Juda en zijn broeders in het huis van Jozef, terwijl hij zich daar nog bevond, en vielen voor hem ter aarde."

De 'ongereimde eisen' van Jozef zijn uitgekomen in een meest ongewone manier. Verward, in de hoek gedreven, en hopeloos, de 'zonen van Israel' zijn tot dit punt gekomen. Laten wij ons nu storten in het verhaal, vetrouw hebbend in de Heilige Geest, dat Hij ons zal laten zien hoe het van toepassing is tot wat er binnenkort gaat gebeuren met het moderne Israel.

Genesis 44: 16,18. "Juda zeide: Wat zullen wij mijn heer zeggen en te onzer rechtvaardiging in het midden brengen? God heeft de schuld uwer dienaren uitgevonden. Zie, wij zullen de slaven van mijn heer zijn, zowel wij als hij bij wien de beker gevonden is. ....Nu trad Juda op hem toe en sprak: Och heer! laat uw dienaar een enkel woord tot mijn heer spreken, en uw toorn ontbrande niet tegen uw dienaar; want gij zijt groot als Farao."

Genesis 45: 1-3. "Nu kon Jozef zich niet meer inhouden voor al de omstanders. Daarom riep hij: Laat iedereen heengaan! zodat niemand bij hem was toen Jozef zich aan zijn broeders bekend maakte. In luid geween barstte hij uit, zodat de Egyptenaren en ook het huis van Farao het hoorden. En Jozef zeide tot zijn broeders: Ik ben Jozef! ...En zijn broeders konden hem niet antwoorden; want zij deinsden verschrikt van hem terug."

Genesis 45: 4-8. "Doch Jozef zeide tot zijn broeders: Nadert mij toch. En toen zij naderden, zeide hij: Ik ben uw broeder Jozef, dien gij naar Egypte verkocht hebt. Maar weest niet bedroefd en laat het niet pijnlijk voor u zijn dat gij mij hierheen hebt verkocht; want God heeft mij voor u uit gezonden als een levensredder. De hongersnood toch heerst nu twee jaren in het land, en nog vijf jaren lang zal er geploegd noch geoogst worden. Daarom heeft God mij voor u uit gezonden, om te zorgen dat van u iets overblijve op aarde en een groot aantal in het leven behouden worde. Dus hebt niet gij mij hierheen gezonden, maar God;..."

Genesis 45: 12-15 "Gij en mijn broeder Benjamin ziet met eigen ogen dat ikzelf tot u spreek.....Toen viel hij zijn broeder Benjamin wenend om den hals, terwijl Benjamin, aan zijn hals hangende, weende. Ook kuste hij al zijn broeders en weende, hen omhelzende; daarna spraken zijn broeders met hem."

Misschien denkt U, net als ik, dat God dit vehaal, een profetie is voor de eind tijd, om alles duidelijk uiteen te zetten voor Jood en 'Heiden'.

God wil dan zijn verbond-broeders verstrikken. Het zal een hoogtijd worden ontroering en verzoening. Het zal een tijd zijn wanneer Israel zal worden uitgezocht door God, en men zal hen zien als schuldig over zonden die zij niet begaan hebben, en zo zullen zij berouw hebben over de zonden die zij deden.

Bekijk de volgende profetien in dit licht!

Ezechiel 39: 24-29."Naar hun onreinheden en misdrijven heb ik hen behandeld en mijn aangezicht voor hen verborgen. Daarom spreekt de Heere God aldus: Nu zal ik het lot van Jakob wenden, mij over het ganse huis Israel ontfermen en ijveren voor mijn heiligen naam. Zij zullen den ondervonden smaad en hoe zij zich op allerlei wijze aan mij vergrepen hebben, vergeten,.... Als ik hen terugbreng uit de volken en hen herzamel uit de landen hunner vijanden, dan zal ik mij in hen als den Heilige betonen ten aanschouwen der natien. Hieraan zullen zij weten dat ik de Heer, hun god, ben, dat ik hen in ballingschap heb doen gaan naar de natien en weer heb saamgebracht op hun grond, zonder een van hen te doen achterblijven. En nooit zal ik meer mijn aangezicht voor hen verbergen; dewijl ik mijn geest op het huis Israel heb uitgestort, spreekt de Heere God."

Jesaja 51: 17-22. "Word wakker, word wakker, sta op, Jeruzalem, gij die uit 'sHeeren hand den beker zijner verbolgenheid gedronken, den kelk der bedwelming ten bodem toe geledigd hebt! Niet een van al de zonen ... vatte haar hand ...hongersnood en zwaard--wie troost u?... als een gazel in het net;... Daarom, hoor toch hiernaar ...zo spreekt uw Heere God, uw God, die het voor zijn volk opneemt: Zie, ik heb de knelk der bedwelming uit uw hand genomen, den beker mijner verbolgenheid zult gij voortaan niet meer drinken;"

Zacharia 12: 9,10. "Te dien dage zal ik....over het huis van David en Jeruzalems inwoners een geest van gewilligheid en smeking uitstorten; zodat zij zien naar hem dien zij doorboord hebben, over hem rouw bedrijven, als over een enigen zoon, en bitter om hem schreien als om een eerstgeborene."

Let wel op wat ik zeg, want de Here zal U in alles inzicht geven. (2 Timoteus 2: 7)

Vader,wij danken U dat 'Heidenen' hebben deel gehad en werden voorspoedig in Jesus Christus voor een tijd ls dezen. U hebt Uw Familie niet vergeten, Uw broeders, zelfs wanneer zij Uw geliefkooste Zoon hebben verworpen. Hun verwerping kon U nooit stoppen Uw beloften over Israel te vervullen. Wij kijken verlangend uit naar de dag dat U zich wil bekend maken aan Uw broeders, en de vreugde tranen zullen de ganse aarde vullen tot een groot uitroep.Messias, kom vlug en openbaar de wijsheid van Uw Plan voor de Naties. Red ons allen in de beste manier.



DE ROMEINSE WEG....TERUG NAAR JERUSALEM

Romeinen 11: 1-2,11-12. "....God heeft toch niet zijn volk verstoten? Volstrek niet.....Neen, God heeft zijn volk, dat Hij uitverkoren heeft, niet verstoten....11 Ik zeg dan: Zij zijn toch niet gestruikeld, opdat zij zouden vallen? Dat niet. Maar door hun val is de redding het deel der heidenen geworden om hen naijverig te maken. Welnu, indien hun val de wereld rijk heeft gemaakt, hun onvoltalligheid de heidenen, hoeveel te meer zal hun voltalligheid zegen aanbrengen."

Romeinen 11: 15-18. "Want indien hun verwerping de verzoening der wereld is, wat zal dan hun aanneming minder zijn dan een opleven uit de doden?... Indien nu enige takken (van Israel) zijn afgebroken en gij, loten van een wilden olijfboom, op de plaats daarvan zijt geent en zo deel hebt gekregen aan den wortel der vetheid van den olijfboom, dan moet gij u niet beroemen tegenover die takken. Indien gij dit gaat doen, bedenkt dan: Gij draagt den wortel niet, de wortel draagt u."

Romeinen 11: 19-22. "Gij zult dan zeggen: Die takken zijn afgebroken, opdat ik zou geent worden. Het zij zo! Zij zijn afgebroken om hun ongeloof, en gij staat door het geloof. Denkt over uzelf niet te hoog, maar vreest. Want indien God de echte takken niet gespaard heeft, dan zal Hij ook u niet sparen. Let dan op de goedertierenheid en de gestrengheid van God: over de gevallenen de gestrengheid, over u de goedertierenheid Gods, indien gij althans bij die goedertierenheid volhardend blijft; anders zult ook gij worden afgehouwen."

Romeinen 11: 23,24. "En die anderen, indien zij niet volharden in hun ongeloof, zullen weer geent worden; want God is machtig om hen weer in den stam te enten. Indien toch gij afgehouwen zijt van een boom die van nature een wilde olijfboom is, en tegen uw natuur zijt geent op een tammen olijfboom, hoeveel te eer zullen zij die van nature er toe behoren geënt worden op hun eigen olijfboom!"

Romeinen11: 25-29. "Daarom wil ik niet, broeders, dat gij onbekend zijt met dit heilsgeheim--opdat gij niet eigenwijs moogt zijn--dat de verharding over een deel van Israel gekomen is, totdat de ganse heidenwereld zal zijn toegetreden, en zo zal geheel Israel gered worden. Gelijk geschreven staat:.... En hierin bestaat het verbond met hen van mijnentwege: dat Ik hun zonden vergeef. Zij zijn wel door hun verhouding tot het evangelie vijanden om uwentwil, maar volgens de uitverkiezing zijn zij beminden om de aartsvaders; want God heeft nooit berouw over zijn genadegaven en roeping".

Romeinen 11: 30-36."Immers, zoals gij weleer aan God ongehoorzaam waart, maar nu ontferming hebt gevonden door hun ongehoorzaamheid, zo zijn zij thans ongehoorzaam geworden door de u bewezen ontferming; opdat ook zij die ontferming nu mogen genieten. Want God heeft allen zo gevangen gehouden, dat zij ongehoorzaam zouden zijn om zich over allen te ontfermen. O diepte van rijkdom en wijsheid en kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn gerichten hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Want wie heeft den zin des Heeren gekend of wie is zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem iets gegeven, zodat het Hem zou moeten vergolden worden? Want uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem de ere tot in eeuwigheid! Amen.

Handelingen 17:11 Bijbel Studies

email

http://www.acts17-11.com/dutch/jozef.html